De geschiedenis van de burcht van Ham-sur-Heure, dat langs de oevers van de Eau d’Heure ligt, is één grote opeenvolging van verwoestingen en plunderingen. Het allereerste begin was een versterkte, omwalde burcht met ophaalbrug. Maar voor de eerste vermelding dient gewacht tot in 1245.
In 1667 en 1689 werd het kasteel tijdens de veldtochten van Lodewijk XIV verwoest en begin 18de eeuw aanzienlijk verbouwd in opdracht van graaf Joachim-Maximilien de Merode. Maar in 1794 werd het kasteel opnieuw door Fransen, dit keer republikeinen, geplunderd.
Na dertig jaar leegstand in de 19de eeuw startten hertogin Louise de Rochechouart-Mortemart, weduwe van de hertog de Merode, en haar dochter Renée de Merode, onder leiding van de architect Pierre Langerock uit Leuven, ingrijpende verbouwingen aan het verblijf.
Door vererving kwam het kasteel in handen van de familie d’Oultremont. In 1952 koopt de gemeente Ham-sur-Heure het kasteel, dat in 1936 werd beschermd, van graaf Charles-Henri d’Oultremont. Nu herbergt het kasteel de kantoren van het gemeentebestuur en een museum over het landelijke en ambachtelijke leven.